CVD - Cardiovasculaire aandoening
Cardiovasculaire ziekte (CVD) is de meest voorkomende doodsoorzaak in Europa, waarbij atherosclerotische ziekten (slagaderverkalking) – met name coronaire hartziekten – bovenaan staan. Risicofactoren zijn roken, hoog cholesterol, zwaarlijvigheid, hypertensie en diabetes, evenals stress en te weinig lichaamsbeweging.
Een CVD is een aandoening aan het hart of de bloedvaten. Ze omvatten atherosclerotische ziekten, waarbij bloedvaten geleidelijk dichtslibben door vetafzettingen die plaques worden genoemd. Er bestaan verschillende soorten atherosclerotische ziekten die de bloedvaten laten dichtslibben.
- Coronaire hartziekte – zoals een hartaanval – tast de kransslagaders aan die het hart van bloed voorzien.
- Cerebrovasculaire aandoeningen – zoals een beroerte – tasten de vaten aan die bloed naar de hersenen toevoeren.
- Perifere arteriële aandoeningen treffen de vaten die bloed leveren aan de benen.
- Andere vormen van hart- en vaataandoeningen zijn hartfalen (waarbij het hart niet goed kan pompen), aandoeningen van de hartkleppen en van de hartspier.
Definitie
CVD’s omvatten de volgende atherosclerotische aandoeningen: coronaire hartaandoening (hartaanval), cerebrovasculaire aandoening (beroerte) en perifere arteriële aandoening die de benen aantast.
Atherosclerose is een ziekte die voornamelijk wordt veroorzaakt door hoge cholesterolwaarden, met name het ‘slechte’ LDL-cholesterol. Cholesterol hoopt zich op in de wand van de bloedvaten, wat ontsteking en ophoping van plaques veroorzaakt die de bloedvaten kunnen vernauwen. Hoe nauwer de vaten, hoe minder bloed erdoor kan stromen. Dit kan intermitterende pijn in de benen veroorzaken tijdens het lopen als de beenslagaders aangetast zijn. Wanneer de bloedvaten die het hart van bloed voorzien vernauwd raken, kan dit pijn, beklemming of ongemak op de borst veroorzaken – angina pectoris genoemd. Als de bloedvaten die het hart voeden zeer nauw worden of volledig verstopt raken met plaques, kan dit resulteren in een hartaanval (myocardinfarct).
CVD kan worden voorkomen of behandeld met gezonde levensstijlkeuzes, geneesmiddelen en/of chirurgie.
Frequentie
CVD is met meer dan 4 miljoen sterfgevallen per jaar de meest voorkomende doodsoorzaak in Europa. Dit komt overeen met 45% van alle sterfgevallen. CVD veroorzaakt 49% van de sterfgevallen bij vrouwen en 40% van de sterfgevallen bij mannen. Coronaire hartziekten (CHD; voornamelijk hartaanval) en cerebrovasculaire aandoeningen (voornamelijk beroerte) zijn de meest voorkomende oorzaken van cardiovasculair overlijden. CHD veroorzaakt jaarlijks 1,8 miljoen sterfgevallen, wat overeenkomt met één op de vijf van alle sterfgevallen.
In Europa zijn er aanzienlijke verschillen in het optreden van hart- en vaatziekten. In de afgelopen 10 jaar zijn de hart- en vaatziekten in bijna heel West-Europa snel afgenomen, in sommige landen zelfs met 30–50%. Tegenwoordig is de totale last van hart- en vaatziekten groter in Oost-Europese landen, die een hogere mortaliteit en morbiditeit hebben. Het vroeger bestaande verschil tussen noord en zuid is afgenomen.
De afname van CVD wordt gezien bij zowel mannen als vrouwen. Dit is vooral te danken aan een betere preventie van hart- en vaatziekten door het verminderen van cardiovasculaire risicofactoren bij gezonde mensen en bij patiënten met hart- en vaatziekten.
Niet alle risicofactoren vertonen echter een gunstige trend. Hoewel het aantal rokers en het cholesterolgehalte zijn gedaald, nemen obesitas en diabetes toe, wat mogelijk ertoe leidt dat de daling van hart- en vaatziekten stopt. Psychosociale stress, zoals depressie, angst en burn-out, wordt nu erkend als een belangrijke bijdrage aan het optreden en de prognose van CVD en deze factoren nemen niet af.
CVD is grotendeels vermijdbaar: het elimineren van gezondheidsrisicogedrag zou ten minste 80% van CVD’s voorkomen.
De belangrijkste manier om hart- en vaatziekten te bestrijden is daarom preventie, wat betekent dat het eerste en volgende optreden daarvan moet worden tegengegaan. Een op de vijf patiënten met een hartaanval krijgt een tweede hartaanval in het eerste jaar daarna. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten kunnen samenwerken om het eerste en tweede optreden ervan te voorkomen. Veel patiënten die een hartaanval krijgen, hebben niet-gediagnosticeerde diabetes die, indien gevonden en op tijd behandeld, de hartaanval had kunnen voorkomen.
Ontdek welke stappen u kunt nemen om CVD te voorkomenen wat u samen met uw artsen en verpleegkundigen kunt bereiken.